Met ingang van 2021 stijgt de pensioenpremie voor de verplichte regeling van 22,5 procent naar 24,75 procent. De premie voor werkgevers stijgt naar 18,675 procent (2020 was 16,8 procent) en voor werknemers naar 6,075 procent (2020 was 5,7 procent). Tegelijk wordt de pensioenopbouw voor werknemers verlaagd van 1,56 procent naar 1,41 procent op de pensioenleeftijd van 67 jaar.
De stijging van de premie is onvermijdelijk door de aanhoudend lage rente en lagere verwachte beleggingsopbrengsten. Om de premiestijging enigszins te beperken is er voor gekozen om de pensioenopbouw te verlagen. Tot de introductie van een nieuwe pensioenregeling zal deze afspraak blijven staan, met een maximum looptijd van 5 jaar.
Bij de sectoren Dranken, Schoen-, Leder- en Lederwarenindustrie, Schoenmakerij en Groothandel in Textielgoederen is er een afwijkende premieverdeling tussen werkgevers en werknemers. Het is aan deze sectoren om de premie in onderling overleg tussen werkgever en werknemer te verdelen. Voor de Schoenmakerij is dat ieder 50%.
De premie voor de aanvullende regeling van Pensioenfonds Detailhandel wordt met 0,7 procent verhoogd naar 26,4 procent (2020 was 25,7 procent). De verdeling van de premie over werkgevers en werknemers vond al in onderling overleg plaats.