De regeldruk voor ondernemers is deze kabinetsperiode met tenminste 1,15 miljard per jaar gestegen. Dat blijkt uit onderzoek van MKB-Nederland. ‘Schrikbarend’, constateert voorzitter Jacco Vonhof. ‘En het zijn niet alleen de gigantische kosten, het is ook de stapeling van steeds complexere regels die ondernemers de voet dwars zet.’ Volgens MKB-Nederland moet het roer rigoureus om. ‘De aanpak van de regeldruk moet een prioriteit zijn voor het volgende kabinet: regels meten, verminderen en compenseren.’
Aandacht voor regeldruk verslapt
Nederland was in de aanpak van regeldruk ooit de beste van Europa, aldus MKB-Nederland. Maar sinds niet meer wordt bijgehouden wat alle nieuwe wet- en regelgeving ondernemers in totaal in tijd en geld kost – 2008 was de laatste echte meting – bungelt ons land onderaan de lijstjes. ‘De overheid heeft de teugels laten vieren, en daarvan is deze enorme stijging het resultaat’, aldus Vonhof. ‘Duidelijk is dat als de aandacht voor regeldruk verslapt, je weer opnieuw kunt beginnen met snoeien.’
Werkelijke kosten regeldruk veel hoger
Naar aanleiding van aanhoudende klachten van ondernemers over het toenemend aantal (complexe) regels, heeft MKB-Nederland onderzoeks- en consultingsbureau Sira onderzoek laten doen naar de regeldruk deze kabinetsperiode. Hiervoor heeft Sira alle memories van toelichting van nieuwe wet- en regelgeving tot 1 juli 2020 doorgelicht. In slechts 40 procent daarvan is de regeldruk gekwantificeerd en alleen daarvan al tellen de kosten op tot 1,15 miljard euro. ‘De werkelijke stijging is dus nog veel groter’, zegt de voorzitter van MKB-Nederland. Hij schat dat de totale regeldrukkosten voor het mkb per jaar meer dan 20 miljard moet zijn. ‘Een astronomisch bedrag.’
Regel erbij, regel eraf
Volgens de ondernemersorganisatie is een probleem in Nederland dat er alleen maar regels bijkomen en er nooit iets van afgaat. Veruit de meeste EU-landen hanteren het one in, one out principe: voor elke regel die erbij komt moet er elders eentje worden geschrapt. Dat moet ook het beleid in Nederland worden, aldus MKB-Nederland. Ook wil de organisatie dat het volgende kabinet de regeldruk weer gaat bijhouden, dat er een ‘waakhond met tanden’ komt en dat nieuwe wet- en regelgeving altijd voorafgegaan wordt door een bedrijfseffecten- en een proportionaliteitstoets die gepubliceerd worden. ‘We grijpen hier bij elk probleem of misstand meteen naar regels, zonder te kijken naar proportionaliteit of alternatieven. Maar regelgeving is niet altijd de oplossing.’
Extra reductiedoelstellingen
Verder vindt MKB-Nederland dat het volgende kabinet extra reductiedoelen moet stellen en dan vooral in het sociale domein. Uit een poll van de organisatie onder bijna 600 ondernemers blijkt dat ingewikkelde regels en verplichtingen zo’n 70 procent van de kleine bedrijven ervan weerhoudt om mensen aan te nemen. Vonhof: ‘Dat is slecht nieuws, zeker in deze tijd. Als je ziet wat je als ondernemer moet doen om je eerste medewerker aan te nemen, dat is enorm. Daarom stellen wij voor: reduceer die regels en verplichtingen daar met tenminste 25 procent. Dat kan echt.’
Complexiteit regels
Tweederde van de ondernemers in de poll geeft aan dat de regeldruk merkbaar is gestegen en voor 79 procent hebben overheidsverplichtingen redelijk tot veel invloed op het plezier in ondernemen. De complexiteit van regels is zo ingewikkeld geworden, dat 58 procent van de ondernemers soms een deskundige moet inhuren om eraan te voldoen. Nog eens 17 procent zegt dat vaak te moeten doen. Vonhof: ‘We zijn als ondernemers niet tegen regels, maar wel tegen het steeds verder uitdijende aantal verplichtingen en verantwoordelijkheden en tegen slechte regels: regels die disproportioneel zijn, die hun doel niet bereiken maar ondernemers wel met enorm veel verplichtingen en kosten opzadelen. Er is een ongelooflijk woud ontstaan, en daar moet nu echt de hakbijl in. Financiële steun voor ondernemers om hun bedrijf door deze crisis te loodsen is cruciaal, maar dat geldt ook voor de omstandigheden waaronder zij dat moeten doen. Proportionele, begrijpelijke en uitvoerbare maatregelen en een voorspelbare overheid waren nog nooit zo belangrijk.’