”Een gelijk speelveld tussen fysieke winkels en online platforms” aldus het pleidooi van de voorzitter van MKB-Nederland Jacco Vonhof tijdens een speciale Oud en Nieuwuitzending van WNL op NPO Radio1. Vonhof is niet tegen online winkelen of de aanwezigheid van buitenlandse giganten. Online platforms zijn een gegeven.
Een lokale ondernemer loopt tegen lokale lasten aan om een product te kunnen verkopen. ”Alibaba hoeft dat niet, die stopt het in een pakje en verstuurt het vanuit China.” Een gelijk speelveld is belangrijk voor het behoud van de winkelstraat.
Veel vaste lasten
”De winkelier die in een winkelstraat zit, heeft veel vaste lasten die online winkels niet hebben. Zo betaalt hij ozb-belasting voor zijn pand, en precariobelasting aan de gemeente om reclame te maken. Hij moet zaken regelen voor de brandweer en zijn spullen moeten gekeurd worden volgens Europese regels.”
Eerlijker maken
Vonhof wil het speelveld voor iedereen eerlijker maken en niet specifiek moeilijker voor online platforms. ”Waarom hoeft er bijvoorbeeld niet betaald te worden voor het terugsturen van producten, daar kun je over nadenken. En zorg voor een gelijk speelveld, waarbij een platform dezelfde belastingdruk ervaart als de winkelier in de winkelstraat.” Vonhof denkt bijvoorbeeld aan een heffing op producten die via internet van buiten Europa komen, een bestaande discussie. ”We kunnen dat niet in Nederland regelen, je zult dat als Europa moeten doen.”
Levend museum
Vonhof sprak daarnaast ook het winkelend publiek aan. ”Het is belangrijk om geld te blijven besteden bij winkels die we willen behouden. Wij roepen dat het zo leuk is dat wij een slager hebben en we willen graag dat de groenteboer er nog zit, maar als het puntje bij paaltje komt, gaan we er niet meer heen. We doen net alsof het een soort levend museum is.”
Twee dubbeltjes meer
De voorzitter heeft dan ook een duidelijk advies. ”Als je het echt zo belangrijk vindt, koop er dan gewoon je spullen. Wees bereid om twee dubbeltjes meer te betalen voor een biefstukje. Hoe lastig kan het zijn?”